A
Aandacht (A)
Gerichte waarneming: I dat zich richt op O.
▼I dat gericht beweegt naar O. Gerichte aanwezigheid die het veld beïnvloedt.
Aandacht is geen passief kijken, maar een actieve beweging van bewustzijn naar een specifiek punt in het veld. Deze gerichtheid heeft invloed op wat zichtbaar wordt en hoe het veld zich organiseert.
C
Coherentie (C)
Wanneer alles klopt en op elkaar afgestemd is: rust, flow, helderheid.
▼De staat waarin I, V en O op elkaar afgestemd zijn.
Er is:
- rust
- helderheid
- flow
- verbinding
Coherentie is de natuurlijke staat wanneer er geen ruis is. Het systeem functioneert dan optimaal en ervaart moeiteloosheid.
D
Decoherentie (D)
Wanneer dingen uit fase raken: ruis, frictie, spanning.
▼De staat waarin I, V en O uit fase raken.
Er ontstaat:
- ruis
- verwarring
- verkramping
- frictie
Decoherentie is het tegenovergestelde van coherentie. Het systeem raakt verstoord en ervaart weerstand.
E
E = I · V · O · M
Ervaring ontstaat door de samenhang van waarnemer, richting, veld en materie.
▼Ervaring ontstaat door de samenhang van:
- I (waarnemer)
- V (richting)
- O (veld)
- M (materie/manifestatie)
Dezelfde situatie kan totaal anders ervaren worden afhankelijk van je bewustzijnstoestand. De formule laat zien dat ervaring geen objectief gegeven is, maar altijd een samenspel van innerlijke staat en omstandigheden.
F
Flow
Moeiteloosheid. Alles beweegt vanzelf.
▼Wanneer de coherente component (Iᵣ, Vᵣ, Oᵣ) groter is dan spanning.
Je voelt:
- tijdloosheid
- moeiteloosheid
- focus
- creatie
Flow is geen toestand die je forceert, maar die ontstaat wanneer ruis afwezig is en alles afgestemd raakt.
I
I — De Waarnemer
Het deel van jou dat kijkt zonder oordeel.
▼Het stille centrum van bewustzijn. Geen oordeel, geen verhaal, alleen zien. De verticale lijn in de vormtaal: het punt van helderheid.
I is niet je identiteit of je ego, maar het zuivere bewustzijn dat waarneemt. Het is de plek van waaruit je kijkt, nog voordat je betekenis geeft.
I·V·O
De basisstructuur van bewustzijn: waarneming × richting × veld.
▼Bewustzijn werkt via drie samenwerkende componenten:
- I (waarnemer)
- V (richting)
- O (veld)
Samen vormen ze het fundament van ervaring. Deze drie elementen zijn niet los van elkaar te zien — ze beïnvloeden elkaar continu.
Instrument
Jouw bewustzijn — het systeem waarmee je waarneemt.
▼Jouw eigen bewustzijn. Hoe jij voelt, ziet, afstemt. Dit moet helder blijven voor zuiver veldwerk.
Net zoals een muziekinstrument gestemd moet zijn om zuiver te klinken, moet jouw bewustzijn helder zijn om zuiver waar te nemen. Een vertroebeld instrument geeft vertroebelde waarneming.
M
Micro-signalen
Kleine verschuivingen die laten zien dat een systeem beweegt.
▼Kleine verschuivingen in:
- adem
- houding
- blik
- timing
- microspanning
Ze laten zien dat een systeem verschuift nog vóór het gedrag verandert. Micro-signalen zijn de eerste indicatoren van beweging in het veld.
Mismatch
Situaties of mensen die op een andere frequentie bewegen.
▼Situaties of mensen die op een andere frequentie bewegen. Als je daarmee werkt, ontstaat ruis.
Een mismatch is niet goed of fout — het is simpelweg een verschil in resonantie. Het signaal is: dit past niet bij jouw systeem op dit moment.
N
Next-step logica
De eerstvolgende logische stap volgen die het systeem zélf aangeeft.
▼Geen planning, maar de eerstvolgende logische stap volgen die het systeem zélf aangeeft.
In plaats van vooruit te denken en te plannen, volg je wat nu het meest logisch is. Het systeem laat altijd zien wat de volgende stap is — als je kijkt.
O
O — Het Veld
De context waarin ervaring ontstaat: ruimte, potentie.
▼De cirkel. De ruimte waarin ervaring kan ontstaan. Potentie, bedding, context.
O is niet alleen de fysieke omgeving, maar ook de energetische ruimte, de relaties, de geschiedenis, de cultuur — alles wat de context vormt waarin jouw bewustzijn opereert.
Ontregeling (Ont)
Verlies van samenhang in een systeem.
▼Mate van verlies van coherentie. Hoe minder afstemming → hoe meer ontregeling.
Ontregeling is meetbaar aan de hoeveelheid frictie, spanning en ruis in een systeem. Het is de graadmeter voor hoe ver een systeem van zijn natuurlijke coherentie af staat.
Ontstoren
Ruis verwijderen in plaats van gedrag corrigeren.
▼Ruis verwijderen in plaats van gedrag corrigeren. Eén blokkade eruit → hele systeem ontspant.
In plaats van te focussen op wat er "mis" is of gedrag te willen veranderen, richt ontstoren zich op het wegnemen van de onderliggende ruis. Als de ruis verdwijnt, herstelt het systeem zichzelf.
R
Resonantie
Het gevoel dat iets klopt, past of waar is.
▼Resonantie is het signaal dat iets past bij jouw systeem. Het voelt als herkenning, als thuiskomen, als waarheid.
Resonantie is geen emotie maar een veldsignaal. Het geeft richting aan waar je wel of niet naartoe beweegt.
Resonantie-bescherming
Wat niet klopt of niet past, laat je voorbijgaan.
▼Wat niet klopt of niet past bij jouw systeem laat je voorbijgaan. Niet uit afwijzing — maar om je instrument zuiver te houden.
Resonantie-bescherming is een vorm van zelfzorg voor je bewustzijn. Je beschermt de helderheid van je waarneming door niet te werken met wat niet resoneert.
Ritme
Interne timing van een persoon of systeem.
▼Interne timing van een persoon of systeem.
- Als ritmes niet overeenkomen → frictie
- Als ritmes synchroniseren → verbinding
Ritme gaat over tempo, timing en cadans. Twee mensen kunnen inhoudelijk overeenstemmen maar toch frictie ervaren als hun ritme verschilt.
Ruis
Alles wat spanning, verstoring of onzuiverheid in een systeem veroorzaakt.
▼Alles wat spanning veroorzaakt in een systeem:
- onuitgesproken emoties
- verborgen patronen
- tegenstrijdige intenties
- te veel woorden
- onzuiver ritme
Ruis is niet per se negatief — het is informatie. Het wijst op waar afstemming ontbreekt of waar iets in het systeem aandacht vraagt.
S
Spanning
De interne druk in een systeem wanneer iets niet klopt.
▼De interne druk in een systeem wanneer iets niet klopt.
Spanning is een signaal, geen probleem. Het wijst naar waar aandacht nodig is, waar iets uit coherentie is geraakt, waar beweging geblokkeerd wordt.
Stabiliteit van Ervaring (Sᵉ)
Hoe lang iets in een systeem blijft hangen.
▼Hoe lang iets in een systeem blijft hangen. Sommige ervaringen lossen snel op — anderen haken zich vast in materie/context.
Stabiliteit verklaart waarom sommige ervaringen voorbijgaan en andere blijven plakken. Het hangt af van hoe diep de ervaring in het systeem is geworteld.
V
V — Richting
Intentie, beweging, focus. De interne vector die bepaalt waar bewustzijn naartoe beweegt.
▼V is de richtingcomponent van bewustzijn. Het is de vector: de pijl, de beweging, de keuze, de oriëntatie.
Waar I kijkt en O ruimte biedt, bepaalt V hoe bewustzijn beweegt:
- het richt je aandacht
- het geeft vorm aan je intentie
- het bepaalt de richting van je energie
- het laat zien waar je innerlijk naartoe wil
Zonder V is bewustzijn passief. Met V krijgt bewustzijn richting, flow en betekenis.
Veld
De onzichtbare dynamiek tussen mensen, situaties en context.
▼De onzichtbare ruimte tussen mensen, situaties en interacties. Het "tussenstuk" waar spanning, verbinding en richting ontstaan nog vóór gedrag zichtbaar wordt.
Het veld is niet zichtbaar maar wel voelbaar. Het bepaalt de sfeer, de mogelijkheden en de beperkingen van een situatie.
Velddynamiek
De beweging in het veld: ritme, spanning, richting, samenhang.
▼De beweging in dat veld: ritme, spanning, richting, samenhang.
Velddynamiek beschrijft hoe een veld in beweging is — waar energie naartoe stroomt, waar het stokt, waar het versnelt of vertraagt.
Veldlezen
Kijken naar het veld achter de woorden.
▼Kijken naar het veld achter de woorden: ritme, spanning, samenhang, micro-signalen.
Veldlezen is een vaardigheid die ontwikkeld kan worden. Het gaat om het waarnemen van wat er werkelijk gebeurt, voorbij de oppervlakte van woorden en gedrag.
Veldruimte (Φ)
De hoeveelheid ruimte voor nieuwe ervaring of beweging.
▼De hoeveelheid ruimte voor nieuwe mogelijkheden, creatie of beweging. Meer ruimte = minder spanning.
Veldruimte bepaalt hoeveel er mogelijk is. Een vol veld heeft weinig ruimte voor nieuwe beweging. Een open veld heeft potentie voor creatie en verandering.
Verstrengeling (Ent)
De koppeling tussen twee mensen of systemen — voelen zonder woorden.
▼De manier waarop twee systemen elkaar beïnvloeden. Je voelt de ander nog vóór er iets wordt gezegd.
Verstrengeling verklaart waarom je soms precies weet hoe iemand zich voelt zonder dat er iets gezegd is. Het is de onzichtbare verbinding tussen velden.
W
Witnessing
Aanwezig zijn zonder te sturen — zuiver kijken.
▼Aanwezig zijn zonder oordeel, interventie of correctie. Helder kijken zodat het systeem zichzelf kan reguleren.
Witnessing is de kunst van niet-doen. Door zuiver aanwezig te zijn zonder te willen veranderen, geef je het systeem de ruimte om zichzelf te herstellen.
Z
Zelfcoherentie
Jouw interne afstemming: klopt wat je voelt, denkt, zegt en doet?
▼Jouw interne afstemming: klopt wat je voelt, denkt, zegt en doet?
Zelfcoherentie is de mate waarin je eigen systeem op één lijn zit. Als er tegenstrijdigheid is tussen wat je voelt en wat je doet, ontstaat er interne ruis die je veldwerk beïnvloedt.